Keuzevak over tech in zorg moet buitenwereld met school verbinden

Het keuzevak ‘Technologie binnen Zorg en Welzijn’ moet leerlingen trekken die minder interesse hebben in de harde techniek. Initiatiefnemer Arjen Daelmans, directeur van het Stedelijk College in Eindhoven, legt uit waarom dit vak er moet komen. 

 Ja, ze hebben het wel getroffen, dat realiseert Daelmans zich ook. “We zitten in de Brainport regio, het barst hier van de technologie.” En zo gebeurde het dat de bedrijven uit de regio lieten doorschemeren dat het tijd was voor meer technologie in het onderwijs. “We vonden op school ook al wel dat het vmbo te weinig technologie aanbood. Het moest op de agenda komen en eventueel ook een examenvak worden.” 

Dankzij de contacten met het bedrijfsleven komen de gesprekken op gang. “We hoorden bijvoorbeeld dat bedrijven merkten dat als leerlingen vanuit het vmbo en mbo doorstroomden, ze in het werkveld alle vaardigheden en handelingen opnieuw moesten leren. Technologie is ook niet zo prominent aanwezig geweest in het vmbo.” De praktijk op scholen draaide, wat zorg betreft, om mensen aanraken, verzorgen, maar niet om de technologie die daarbij gebruikt kan worden.

Robots en hulpmiddelen
De zorg maakt steeds meer gebruik van technologie, van robots tot hulpmiddelen. “Technologie kan ingezet worden om de leefstijl van mensen te verbeteren, om hun zelfredzaamheid te bevorderen. In onze regio wordt dit ook veel aangeboden”, aldus Daelmans. “Alle leerlingen uit alle profielen kunnen dit keuzevak bij ons op school kiezen, dus niet alleen voor de leerlingen binnen het profiel Zorg en Welzijn.”

Bij technologie denken leerlingen niet meteen aan zorg, dat realiseert de schooldirecteur zich. “En dat geldt ook voor de docenten. We wilden ons dus meer richten op wat leeft in de buitenwereld, en dit vertalen naar het onderwijs. Zo geven we ook antwoord op de vraag uit de regio.” 

Invulling geven
Het keuzevak ‘Technologie binnen Zorg en Welzijn’ is goedgekeurd en momenteel wordt er hard gewerkt aan de vorm en inhoud. De eindtermen gaan onder meer over het benoemen van technologische hulpmiddelen, of het uitleggen van de invloed van ICT op technologische hulpmiddelen. Leerlingen moeten daarnaast klanten gaan informeren en adviseren over de mogelijkheden van technologische hulpmiddelen en deze middelen toepassen.  

“Ik verbind de vakgroep Zorg en Welzijn met externe partijen om zo uit te vinden wat we voor elkaar kunnen betekenen. Binnenkort zitten we bij een partij die zorgrobots maakt, zij hebben ons benaderd.” Het bedrijf wil leerlingen ervaring op laten doen en een samenwerking kan hen meer zicht geven op wat robots in de zorg kunnen betekenen.  

Vormgeven
En zo zijn er meer gesprekken met bedrijven uit de regio. Iemand van een ouderenzorginstelling waar ze technologische toepassingen willen aanpakken bijvoorbeeld. “Zo hebben we input van buitenaf om ons te helpen bij het vormgeven van dit keuzevak. Wij hebben de voorkant gedaan, het papierwerk. Nu zoeken wij de partijen die ons kunnen helpen bij de invulling. Dat lijkt me een mooie manier van creëren van onderwijs.” 

Eigenlijk krijgt Daelmans te veel vragen uit de regio, moet hij erkennen. “Voorheen sprak het bedrijfsleven vooral met het mbo en nu weten ze ons ook te vinden. Dat is wel eens anders geweest, dus dat geeft een goed gevoel.” Uiteindelijk moeten ook vooral de kinderen bekend worden met technologie en geënthousiasmeerd worden. 

Samenwerking
Om het keuzevak de juiste invulling te geven, is er ook meer samenwerking met het mbo. Er is met het Summa College in Eindhoven gesproken over het keuzevak, maar ook over een mogelijk vervolg. “Er is al een doorlopende leerlijn voor BWI met de school. We zijn echt bezig om elkaar actief te vinden en vervolgstappen te zetten. We willen iets met elkaar doen, die behoefte en wil is er. We moeten niet alleen binnen onze eigen muren opereren.” 

Inmiddels zijn er al wat concrete ideeën, vertelt Daelmans. “We denken na over een probeerlokaal, een ruimte waar we allemaal technologische toepassingen kunnen neerzetten waar de zorg gebruik van maakt. We willen dan ook kijken of we mbo-leerlingen kunnen betrekken om bijvoorbeeld groepjes aan te sturen. Met ouderen uit de omgeving willen we dan de middelen testen. Zo verbinden we de buitenwereld met de school.” 

Zo krijgen leerlingen een idee van wat er mogelijk is op het vmbo en van de middelen die in de zorg gebruikt worden. “Voor ons is dat de ultieme vorm van onderwijs ontwikkelen. En we hebben ook de luxe dat we er ruimte voor hebben.” 

Dat er bedrijven zijn die met de school wil meedenken over het onderwijs, moet er ook voor zorgen dat het aanbod up-to-date blijft. “De school kan niet achterblijven bij de praktijk. Koop je vandaag een robot, dan is er overmorgen alweer een verbeterde versie. Maar de partners waar wij mee praten zien daar hun verantwoordelijkheid en willen daarbij helpen.” Dat is het geluk van de regio, ziet ook Daelmans.

Volgende fase
Voorlopig is er genoeg te doen. De eindtermen van het keuzevak zijn bepaald, nu is het zaak om de inhoud en vorm van het vak te bedenken. En daar kijkt Daelmans naar uit. “Het afstemmen met het mbo, de eindtermen, dat ging allemaal heel soepel. Maar de fase daarna, met DUO en de goedkeuring krijgen, dat is wel gedoe. Als ik vooraf had geweten hoeveel energie me dat zou gaan kosten. Het is niet een motiverend onderdeel. Maar dat is het enige negatieve dat ik kan benoemen aan dit hele traject.”

 Als de schooldirecteur een tip mag geven aan regio’s of scholen die een keuzevak willen ontwikkelen, dan is het om zoveel mogelijk de omgeving te betrekken. “Kijk niet alleen naar andere scholen, maar ook naar bedrijven uit de regio. Zoek uit waar de wensen en de verwachtingen zitten. En door STO is dat veel makkelijker geworden, dus daar pluk je nu de vruchten van.”

'Praten over euthanasie geeft jongere erkenning'

Nieuw keuzevak leert leerling alles over drones