Het voornemen van Vliegveld Twente om zich meer te gaan richten op het parkeren, onderhouden en repareren van vliegtuigen, biedt ook mogelijkheden voor Universiteit Twente. “Samen kunnen we tot innovaties komen.”
Een jaar geleden liet Twente Airport een onderzoek doen naar de kansen die er voor het vliegveld liggen op het gebied van onderhoud. De mondiale vraag naar het vervoeren van passagiers en vracht neemt toe, ondanks een crisis waarin dit tijdelijk wat afnam. Er is op Schiphol veel groei, maar daardoor ook minder plek voor vracht en onderhoud, vertelt directeur van Twente Airport Meiltje de Groot. “Onderhoud vraagt veel tijd en ruimte, en die is er bij ons wel.”
Er is steeds minder technisch geschoold personeel, in het algemeen, maar ook in de luchtvaart. “Daarom hebben we ook gekeken naar wat de regio voor potentie heeft. Het Deltion College heeft jaarlijks zo’n zestig tot tachtig mbo-studenten die afstuderen als vliegtuigmonteur, maar een groot deel gaat iets anders doen. De Universiteit in de regio is volop bezig met engineering.”
In de regio Twente wordt veel gewerkt aan materialen en high tech systemen. “Veel bedrijven hebben al een link met de luchtvaart en werken ook met Schiphol samen.” De drie kilometer lange landingsbaan van Twente Airport komt daarom goed van pas. “Iedereen wil de passagiers van een luchthaven, maar als je naar onderwijs en werkgelegenheid kijkt, dan heb je meer aan onderhoud. Dus als wij ons richten op onderhoud en Maintenance, Repair en Operation Supplies (MRO), biedt dat mooie mogelijkheden.” Op het vliegveld huist het bedrijf AELS al enkele jaren, dat zich richt op het uit elkaar halen van grote vliegtuigen en het doorverkopen van de onderdelen. “Daar past ons voornemen om ons op MRO te richten dus goed bij”, aldus De Groot.
Focus op maintenance
Voor Universiteit Twente is het vliegveld een fantastische experimenteeromgeving voor het type onderzoek dat zij doen, aldus Timo Meinders, directeur Bedrijfsrelaties aan de Faculty of Engineering Technology. “De focus op het onderhoud is voor de universiteit ook een speerpunt.” Het vakgebied schuift steeds meer op van het gebruikelijke periodieke onderhoud naar voorspelbaar onderhoud, legt Meinders uit. “Om dat goed te kunnen doen, heb je veel kennis en kunde nodig over het functioneren van apparaten en systemen. En hoe die systemen weer samenwerken.”
Vliegtuigen zijn complexe instrumenten. De focus op voorspelbaar onderhoud kan een enorme kostenreductie zijn, omdat je een toestel niet meer periodiek uit de vaart hoeft te nemen, aldus Meinders. “Het onderzoek richt zich dan dus op de vraag waarom een onderdeel in de motor stuk gaat, het gaat over het monitoren van de conditie van een onderdeel, data-analyse en onderhoudsstrategieën.” Dat zijn onderwerpen waar ze op de universiteit graag meer mee doen.
Daarnaast brengt deze manier van werken ook weer nieuwe vragen met zich mee over ethiek en legaliteit, aldus Meinders. “Als je meer data genereert over onderhoud, van wie is die data dan? Die discussies spelen volop en wij doen daar ook onderzoek naar. Ook naar hoe je producten zo moet bouwen om het onderhoud daadwerkelijk te kunnen voorspellen. Dan heb je het over het gebruik van sensoren, maar ook over fysiek gedrag. Dat biedt eventueel ook weer interessante vraagstukken met zich mee waar we op de universiteit iets mee kunnen.”
Focus op onderhoud
Met de komst van de coronacrisis groeide opeens de behoefte aan parkeerplekken voor grote vliegtuigen. Momenteel staan er meerdere Boeings van Lufthansa op het vliegveld geparkeerd. “Het heeft nogal wat aantrekkingskracht, mensen komen foto’s maken. Ik had er bijna een frietkraam bij gezet”, aldus De Groot. “Maar als er geen onderhoud aan de vliegtuigen wordt gedaan, dan neemt de waarde enorm snel af en mag je er niet mee vliegen. Daarom werkt er nu een groep van Lufthansa Technics op het vliegveld.”
Het voornemen van het vliegveld om op onderhoud te focussen, heeft zo een flinke sprong gemaakt. “We denken bijvoorbeeld na over het opzetten van een ‘shop’ met vliegtuigonderdelen die we een upgrade kunnen geven.” Er worden gesprekken gevoerd met bedrijven in de regio en er wordt gezocht naar vakmensen die op deze te creëren werkplaatsen aan het werk zouden kunnen gaan, eventueel in combinatie met onderwijs.
Voor Universiteit Twente biedt het vliegveld de perfecte plek om veldonderzoek te doen, legt Meinders uit. “Zo kunnen we het onderwijs uit onze opleidingen, waaronder Maintenance Engineering & Operations, koppelen aan onderzoek op locatie. Via het vliegveld kunnen wij aan die data komen. Als wij onze kennis en kunde daaraan koppelen, kom je samen tot innovaties.” De universiteit doet ook al veel onderzoek in samenwerking met bedrijven als Boeing, Airbus en Fokker. “Samen kom je dan tot een mooi pakket aan nieuwe inzichten.”
Carrièrepad bieden
De Groot zou graag een rol spelen in de samenwerking tussen de verschillende onderwijsniveaus in de regio. “Daarom is het goed om na te denken over wat voor carrièrepad we studenten kunnen bieden. Ze kunnen beginnen bij AELS, doorgroeien in het onderhoud via MRO en dan een volgende stap zetten. Zo zorg je er ook voor dat je goed personeel in de regio houdt.” De Groot ziet daarom ook een belangrijke maatschappelijke rol voor het vliegveld. “Ik wil iets bijdragen aan de regio, aan de maatschappelijke infrastructuur. Als we een high tech cluster weten te creëren met het onderwijs in de regio, dan krijg je ook economische ontwikkeling.”
De directeur wil met Twente Airport facilitator zijn voor onderwijs, en in sommige gevallen mogelijk ook opdrachtgever. “We faciliteren de plek en willen de drempels die er zijn weghalen. En we zullen blijven kijken naar de ontwikkelingsmogelijkheden die we hebben. Ik zie in de toekomst niet zozeer een plek vanuit waar veel gevlogen wordt, maar meer een soort garage waar reuring is. Samenwerkingen tussen bedrijven, studenten in overalls en technische mensen. Dat lijkt me fantastisch. Hopelijk zetten we Twente ook wat beter op de kaart.”