Vier docenten in één gezin: nooit uitgepraat over het onderwijs

Met een vader en drie kinderen in het onderwijs, wordt er bij de familie Van Marken veel gesproken over wat er in het werkveld gebeurt. Vooral de verschillen tussen po en vo komen vaak ter sprake, met de differentiatie voorop. 

Hoe belanden drie kinderen van één gezin in het onderwijs? Op die vraag hebben alle vier niet een direct antwoord. Ja, vader nam de kinderen wel veel mee naar school. Als hij wat werk deed, speelden zij buiten op het schoolplein. Maar hun ouders hebben hen nooit richting het onderwijs geduwd, aldus Jan Vos van Marken, directeur van een basisschool.

“Mijn dochter was altijd al van het onderwijs gecharmeerd, maar mijn zoons kwamen via andere wegen terecht in het onderwijs.” Volgens dochter Lisette (29), sinds zeven jaar leraar in het basisonderwijs, komt haar liefde voor het onderwijs ook wel door de verhalen die haar vader vroeger vertelde over onder meer geschiedenis en aardrijkskunde. “Ik ben met het onderwijs opgegroeid en daardoor voelde het heel gewoon om ook die kant op te gaan. En we zagen natuurlijk ook dat mijn vader blij werd van zijn werk.” 

Joost (25) staat sinds twee jaar voor de klas, en geeft biologie op een middelbare school. “Ik wilde eerst helemaal niet naar het onderwijs, maar de verhalen van mijn vader hebben wel invloed gehad. Na eerst een andere studie te zijn begonnen, deed ik een beroepskeuzetest en kwam eruit dat ik leraar biologie moest worden. Dat paste wel bij me en nu zit ik echt op m’n plek.” 

Ook Koen (28) dacht niet meteen aan het onderwijs toen hij een studiekeuze moest maken, maar koos uiteindelijk toch voor de studie tot docent aardrijkskunde. Hij staat sinds zeven jaar voor de klas en is ook decaan. “Ik vond het onderwijs niet zo interessant omdat mijn vader op een basisschool werkt, die kinderen vind ik te jong. Maar ik vond het wel altijd al leuk om met mensen en kinderen bezig te zijn, daarom geef ik ook hockeytraining en ben ik coach. Uiteindelijk vond ik in het middelbare onderwijs echt mijn plek.” 

Onderwijs op maat
Met vier gezinsleden in het onderwijs, wordt het werk uiteraard regelmatig besproken. Niet altijd leuk voor moeder, maar toch onvermijdelijk. Met twee van hen in het basisonderwijs en twee in het voortgezet onderwijs, wordt er veel gesproken over de verschillen in werk en beloning. “Vooral het onderwerp differentiatie wordt veel besproken”, aldus vader. “Waar we in het basisonderwijs bezig zijn met kinderen in hun kracht zetten en op hun eigen niveau laten leren, komen ze daarna op het voortgezet onderwijs en wordt dit weer afgeleerd. Iedereen krijgt les uit hetzelfde boek en op dezelfde manier.” 

Ook Lisette herkent zich hierin. “Ik vind het belangrijk dat elk kind kan leren op de manier die bij hem of haar past. Geen eenrichtingsverkeer en gewoon luisteren, maar kijken hoe een kind het beste iets te leren is en wat je dan kan aanbieden. Ik denk dat we dit allemaal wel proberen te doen in ons werk, ondanks de verschillende niveaus. En daar hebben we ook leuke gesprekken over.”

Aardrijkskundeleraar Koen ziet wel dat zijn vader en zus meer bezig zijn met differentiatie, maar stipt aan dat hij op veel verschillende niveaus lesgeeft, en veel meer leerlingen heeft. “Ik heb soms een jaar lang tweehonderd leerlingen die ik twee keer per week zie, dan is differentiëren slecht haalbaar.” 

Lagere beloning
Het basisonderwijs is echt een voorloper nu, vindt de schooldirecteur, maar dat het onderwijs zich zo heeft ontwikkeld moet ook terug te zien zijn in de beloning. “Vroeger hield men kinderen op de basisschool een beetje bezig, er werd een beetje taal en rekenen geleerd en verder niets. Daarom was de betaling ook lager. Maar inmiddels worden er bergen werk verzet en moeten leraren kinderen van alle niveaus kunnen bedienen.” De twee vo-docenten zijn blij met hun inkomen, ondanks dat hun vrienden soms veel meer verdienen in andere sectoren. 

Een hogere beloning kan mogelijk een oplossing zijn voor het lerarentekort, maar er speelt veel meer mee, vinden alle vier. “De Pabo is een suffe opleiding die drastisch hervormd moet worden”, aldus vader Jan. “Je moet mannen niet een halfjaar bij de kleuters zetten, dat vinden de meesten helemaal niet leuk. Spits de opleiding toe op het jonge of oudere kind, dan wordt het interessanter voor de mannen.” 

Lerarentekort aanpakken
Joost denkt dat het gebrek aan doorgroeimogelijkheden een groep geïnteresseerden weghoudt. “Het onderwijs is wel star, vrij nemen van werk is moeilijker en doorgroeien kan niet altijd. Maar het geeft ook veel voldoening, en er is altijd ruimte voor specialisatie en extra taken.” 

Het lerarentekort hangt ook samen met de uitval van de docenten die er wél zijn, vindt Koen. “Ik weet nog dat ik tijdens het laatste jaar van mijn studie twee klassen lesgaf, het jaar daarna kreeg ik ontzettend veel klassen en moest ik het zelf maar uitzoeken. Dat, en te veel taken hebben, zorgt voor uitval en dat kunnen we denk ik deels voorkomen.” Een mogelijke oplossing volgens Koen is een kleinere klas. “Waardoor er weer tijd is voor leerlingen en lesgeven meer energie geeft.” 

Lisette zou graag zien dat er meer aandacht komt voor de positieve kanten van het vak. “Door de stakingen, waar ik helemaal achter sta, is er veel negatieve aandacht voor het onderwijs. Maar we moeten ook laten zien hoe leuk het vak is, en hoeveel energie het geeft. Dat laten we nu minder zien en dat is zonde. Er zijn zoveel mooie kanten aan dit vak, die overschaduwen de negatieve dingen.”

Basisschool moet sluiten, school uit buurt neemt alle leerlingen over. 'Hopelijk inspireert onze samenwerking'

“We willen dat onze kinderen diploma’s halen, daarbij is de onderwijsconsulente hard nodig”