In Zuidoost-Friesland moet het Techniek Expertise Centrum ervoor zorgen dat werkveld en scholen elkaar gaan vinden. Maar het moet vooral ook de hongerige arbeidsmarkt in de toekomst van personeel voorzien. Projectleider Brant Visser vertelt hoe ze dit aanpakken.
Ja, er is sprake van krimp van leerlingen techniek in de regio Drachten, en ja, dat is een probleem. “Maar dit wordt soms ook wat groter gemaakt dan het is. Het grootste probleem zit namelijk in het feit dat er genoeg bedrijven zijn die personeel zoeken dat niet op de arbeidsmarkt is.” Het beroepsonderwijs is niet sexy, aldus Visser. “Leerlingen kiezen er vaak voor om verder te studeren.”
Maar het onderwijs is veel beter geworden sinds het beroepsgerichte programma in het leven is geroepen, vindt Visser. “Ik ben er een groot voorstander van, het heeft ons ook veel gebracht. We zien op het Stellingwerf College, waar ik werk, ook geen krimp in het beroepsgerichte deel.”
Visser heeft voor dit gesprek twee petten op, die van de school waar hij werkt, en vanuit het Techniek Expertise Centrum (TEC) dat in de regio is opgericht. Daardoor heeft hij een goed beeld van wat er op scholen en in de regio speelt en gebeurt. “De scholen in Drachten zien wel een krimp van leerlingen, met name in de technische vakken als MVI, BWI, PIE en Motorvoertuigen. En ook het vinden van goede docenten is een uitdaging. Dat bleek ook weer bij een recente bijeenkomst van Platform PIE. Docenten worden ouder, er gaat binnenkort een grote groep met pensioen. En er is eigenlijk geen aanwas van jongeren die kiezen voor het docentschap in het beroepsonderwijs.”
Enthousiast de uitdaging aangaan
Het zijn uitdagingen die Visser graag aangaat, blijkt uit zijn enthousiasme. “We moeten echt naar een hybride docent. Daar hebben we op het Stellingwerf College ook ervaring mee”, legt hij uit. Een jonge man die in een installatiebedrijf werkte, kreeg daar vaak stagiaires van het Stellingwerf College. Hij besloot onderwijsassistent te willen worden, een beslissing waar het bedrijf uiteraard van baalde. “Zij zouden een goede werknemer verliezen. Zo kwamen we op het idee om hem te delen. Hij volgde een opleiding en mag nu officieel lesgeven.” De man werkt nu drie dagen op school en twee dagen bij het installatiebedrijf. Mooier kan je het niet krijgen, vindt Visser. “Dit is iemand uit de praktijk die weet wat er op de werkvloer speelt en al die kennis meeneemt naar de school.”
Het zorgt niet alleen voor beter onderwijs, benadrukt de Fries. “We nemen hem ook mee naar beurzen, zoals de installatievakbeurs of elektrobeurs. Daar merken we dat we met zo iemand in ons gezelschap ook makkelijker bij bedrijven binnenkomen. Hij spreekt de taal van deze bedrijven.”
Het Stellingwerf College is in de regio een pilotschool, waar dingen uitgetest en geprobeerd worden. Er werd nagedacht over nieuwe keuzevakken en hoe deze te integreren in het programma van iedere leerlingen. “Ik heb vloeibare roosters geopperd, zodat de leerling zelf de keuze heeft om lessen in te roosteren en tijden heeft waarop hij naar de werkplaats kan, waar altijd docenten aanwezig zijn.” Visser vindt dat directeuren en bestuurders meer naar de gemeenschappelijke belangen van leerlingen moeten kijken. “Stap over je eigen schaduw heen en kijk of je gezamenlijk dingen kan aanpakken, in plaats van iedereen op zijn eigen eiland. Kijk gezamenlijk naar aan te bieden keuzevakken en stages. Dan krijgt het meer kans.”
Niet iedereen kan evengoed met veranderingen omgaan, merkt hij. “Sommige docenten zijn afwachtend en deze groep techneuten wil alles bij het oude wil houden. Maar met alleen lassen komen we er niet meer. De wereld is steeds aan het veranderen door innovaties. Ons leven wordt hierdoor comfortabeler. Juist techniekdocenten hebben een leidende rol om leerlingen, school en de maatschappij hierin wegwijs te maken. Een leven lang leren dat is een belangrijke boodschap die we als TEC willen uitdragen deze boodschap geldt niet alleen voor leerlingen, maar ook voor de docenten. We moeten bijblijven.”
Het schrijven van het plan voor de aanbesteding zorgde in zuidoost-Friesland ervoor dat alle partijen om de tafel gingen. “Er zijn bijna te veel enthousiaste partijen voor het aantal leerlingen”, lacht Visser. Er werd besloten om het TEC op te zetten, om zo de regionale aanpak vorm te geven, mede om te zorgen dat er voldoende opleidingsaanbod is en er mensen zijn om op te leiden. “Waar wij als TEC gebruik van kunnen maken is bijvoorbeeld de structuur die er al ligt van Innovatiecluster Drachten, een verband van 25 tot 30 bedrijven waar we graag mee willen samenwerken.”
Alle partijen samenkomen
Visser zou graag zien dat de ROC’s een leidende rol pakken in het geheel. “Met het nieuwe voornemen om in Drachten een technologische regio in het noorden van het land te creëren, zal ook de politiek gebaat zijn bij dit plan.” Er zijn volop mogelijkheden in de regio, zoals met het Biocentrum Oosterwolde. “Dit is een centrum voor innovaties op het gebied van duurzaamheid en samenwerkingen in de energietransitie. Daar moeten onze docenten dus ook naartoe, want daar komen ook bedrijven, universiteiten en scholen. Op zo’n plek komen veel partijen samen, daar moet je gebruik van maken.”
Inmiddels ligt er een goedgekeurd plan voor de aanbesteding van Sterk Techniek Onderwijs en aan bedrijven uit de regio is geen gebrek. Het is belangrijk dat scholen goed kijken naar wat er in de omgeving voor mogelijkheden zijn, en of daar ook bedrijven bij passen. “Wij kiezen op school nu bij PIE voor een keuzevak over het groene machinepark. Dit keuzevak wordt ontwikkeld door een mechanisatiebedrijf, in samenwerking met zowel mbo als het hbo. Het bedrijf ziet in het werkveld dat de kans dat zij straks geen gif meer mogen gebruiken, heel groot is. Dan moet er dus machinaal geschoffeld gaan worden. Zo is het idee ontstaan voor een applicatie die achter de trekker kan en die ook gemaakt moet worden. Daar zijn leerlingen voor nodig.” In dit project werken leerlingen van het hbo, met mbo’ers en vmbo’s aan de uitvoering van dit plan.
Er wordt dus hard gewerkt aan een doorlopende leerlijn. “Momenteel is het zo dat er keuzevakken voor het vmbo worden gegeven op het ROC. Wie deze vakken heeft gevolgd kan vervolgens in het tweede jaar van een mbo-studie beginnen. Zo rolt het programma voor het vmbo naadloos over in het mbo.” Het TEC heeft als rol om dit proces te professionaliseren. Docenten kennen elkaar vaak al, maar om een doorlopende leerlijn te maken is meer nodig, aldus Visser. “We hebben nu speciale werkgroepen gevormd met docenten die tijd krijgen om over die kwestie na te denken.” Belangrijk daarbij is om een duurzaam plan op te zetten waarmee langer tijd verder te werken is.
Leerling en structuur creëren
Er zijn veel plannen voor de regio Drachten voor de komende jaren. Met de komst van hoger onderwijs HBO en een technologische universiteit zullen de ROC’s en vmbo’s van profiteren. Sterker nog de provincies Groningen, Drenthe en Friesland dus het gehele noorden zal van deze ontwikkeling profiteren. Er zitten zoveel mogelijkheden en kansen in met name de T- en GL-leerlingen, maar ook bij havo-leerlingen. Als wij een mooie leerlijn en structuur creëren met het hogere onderwijs, dan zien zij mogelijk ook dat ze op die manier spekkoper zijn.” Ook de landelijke pilot met twee techniekhavo’s vindt Visser een mooie kans.
“Ik zeg soms tegen mijn team: we zijn op dit moment een mooie uitdaging aangegaan en ik zie het als een jongensboek dat we schrijven. Wat een mooi avontuur, laten we dit boek tot een goed einde brengen.” De Fries is positief gestemd, en ziet dat sentiment ook bij bedrijven en overheden. “We krijgen steun van vele kanten, hebben deals gesloten in de regio’s over geld dat voor krimpregio’s kan worden ingezet.
De doelen voor de nabije toekomst zijn vooral het vasthouden van de instroom van leerlingen en het behoud van leerlingen. Er moeten meer keuzemogelijkheden komen en de doorstroom van vmbo naar mbo moet vergroten. “Ook moeten we vaker faciliteiten gaan delen met scholen en bedrijfsleven. Kan een leerling iets niet oefenen op de school vanwege een gebrek aan middelen? Vraag een bedrijf in de omgeving of de leerling het daar mag komen oefenen.”
Dit gebeurt momenteel al bij enkele scholen in de regio, vertelt Visser. “De leerlingen komen zo al bij bedrijven over de vloer, leren de mensen en het werk kennen. De bedrijven zien gemotiveerde leerlingen voorbijkomen en bieden hen vervolgens stageplekken aan. Soms mogen leerlingen dan in de schoolvakanties al komen werken. Die kant moeten we op.”