Jaarlijks komen honderdduizenden kwetsbare ouderen onnodig in een ziekenhuisbed terecht, vaak omdat niet meteen duidelijk is welke zorg deze mensen nodig hebben. Een diagnose- en observatieperiode moet dit aantal terugbrengen.
Een val van de trap of een ander acuut probleem. Na een bezoek aan de huisarts of de Eerste hulp is het soms moeilijk om in te schatten welke zorg er precies nodig is voor ouderen. Daarom wordt er vaak besloten om iemand naar het ziekenhuis te sturen, maar dat is niet altijd de juiste plek
Sinds het sluiten van de verzorgingshuizen bezoeken jaarlijks 800.000 ouderen de Spoedeisende Hulp de Nederlandse ziekenhuizen (1). In slechts 40 procent van de gevallen blijkt het om zorg te gaan waar een medisch specialist bij betrokken wordt, blijkt uit het onderzoek van Actiz.
In totaal komen daardoor jaarlijks 322.000 ouderen in een ziekenhuisbed terecht terwijl zij geen medisch specialist nodig hebben, dat komt neer op de onnodige bezetting van 4.100 ziekenhuisbedden (1).
Tijdelijke opvangplek
Zorgverzekeraar Zilveren Kruis en vijf zorgorganisaties bedachten een plan om deze groep ouderen, die tussen wal en schip dreigt te vallen, beter te kunnen helpen. De zorgverzekeraar bracht de partijen samen om tot een oplossing te komen.
Begin januari is er gestart met een pilot die daar verandering in moet brengen: een tijdelijke opvangplek waar beter kan worden bekeken wat een oudere nodig heeft. In deze zogenoemde diagnose- en observatiebedden kan een oudere maximaal tien dagen terecht.
“Daar kan de specialist ouderengeneeskunde bepalen wat de diagnose is en wordt er bepaald wat het volgende station is voor de patiënt”, aldus Jeppe Delver, woordvoerder bij Zilveren Kruis. “Zo komt een patiënt sneller op de juiste plek en wordt voorkomen dat het proces onnodig lang duurt.”
Deze bedden worden aangeboden in de vijf deelnemende organisaties in de eerstelijnszorg. Hier verblijven mensen die tijdelijk niet thuis kunnen wonen, maar ook geen medisch-specialistische zorg nodig hebben.
De patiënt komt bij de huisarts of Spoedeisende Hulp binnen. Die melden de patiënt aan bij de instellingen die meedoen aan de pilot. Daar wordt onder leiding van de expert een diagnose gesteld en de behandeling in gang gezet. Hier zijn afspraken over gemaakt met verzorg- en verpleeghuizen, de thuiszorg en ziekenhuizen.
Het gaat momenteel om tientallen bedden die beschikbaar zijn in de vijf zorginstellingen. De verwachting is dat enkele honderden patiënten gedurende de pilot, die in januari is gestart, geholpen kunnen worden.
Succesvolle pilot
Het idee voor deze observatiebedden is overigens niet nieuw. Zorgverzekeraar CZ startte anderhalf jaar geleden met een zelfde pilot, samen met twee Nijmeegse zorginstellingen en het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis. “Dit project was een succes en daarom zijn we nu in een volgend stadium beland”, aldus CZ-woordvoerder Arjen Zwaan.
”Op verschillende plekken in het zuiden van het land zijn afspraken gemaakt met zorgverleners en zijn er observatiebedden inmiddels beschikbaar.” In een aantal andere gebieden is CZ nog in gesprek.
Verzekeraar VGZ zegt in een reactie de gedachte achter deze proef te herkennen. “We werken zelf ook aan soortgelijke projecten in de regio Nijmegen bijvoorbeeld”, zegt VGZ-woordvoerder Sonja van der Graaf in een reactie. “Daar zal het ook niet bij blijven, zo vermoeden wij.”
Expertise nodig uit ouderenzorg
Er wordt vaak voor het ziekenhuis gekozen omdat het veiliger voelt, maar dit is niet altijd de beste plek voor de patiënt, legt Delver uit: “Een patiënt kan na een val bijvoorbeeld een beetje verward zijn en wordt daarom in het ziekenhuis opgenomen. Maar bij het stellen van de diagnose en het bepalen van de vervolgstappen is de expertise van de ouderenzorg nodig.”
Dat beaamt ook Ellen Vreeburg, specialist Ouderengeneeskunde bij een van de vijf betrokken zorgorganisaties. “In het ziekenhuis is niet altijd de best passende geriatrische (ouderen, red.) zorg aanwezig, die is er wel in de verzorg- en verpleeghuizen. Daar kijken ze elke dag op deze manier naar een patiënt.”
Vooral ouderen met een verhoogd risico op vallen, geheugenproblemen of fysieke klachten zijn interessant voor de pilot.
Meteen op de juiste plek
De patiënt moet altijd meteen op de juiste plek terecht komen voor de nodige zorg, vindt Vreeburg. “De eerste vorm van diagnose moet daarom al plaatsvinden als de huisarts of de Eerste Hulp de specialist belt om te overleggen over de vervolgstappen.”
Gaat het om een revalidatie, langdurige zorg of eerstelijnsverblijf, is dan de eerste vraag. “Als de specialist ouderengeneeskunde het ook niet zeker weet, kan iemand naar een van de beschikbare bedden om binnen maximaal tien dagen een passend zorgadvies te krijgen.”
De pilot moet er niet alleen voor zorgen dat dure ziekenhuisbedden onnodig bezet zijn, aldus Delver. “Het efficiënter organiseren van zorg is fijn, maar een toename in de kwaliteit van leven voor de patiënt vinden wij het meest belangrijk. We hopen dat mensen hierdoor ook minder onnodig verplaatst hoeven te worden door sneller de juiste zorg op de juiste plek te geven.”
Noodzakelijke ontwikkeling
De zorg wordt zo om de patiënt heen georganiseerd, soms gewoon vanuit huis. “Dat is een noodzakelijke ontwikkeling, ook met het oog op het groeiende aantal ouderen in ons land en de krapte op de arbeidsmarkt in de zorg”, benadrukt Delver. Andere verzekeraars kunnen zich voor hun eigen verzekerden bij de pilot aansluiten.
Vreeburg is erg blij met de pilot. “Ik ben als specialist ouderengeneeskunde erg gericht op de revalidatie, hoe ouderen zo goed mogelijk kunnen herstellen in het functioneren om zo weer thuis te kunnen wonen. Dit project draagt daaraan bij.”
Over anderhalf jaar wordt gekeken hoe groot de groep is die aan de pilot heeft meegedaan en hoeveel zorgadviezen juist zijn bleken. “Rond 90 procent van de adviezen moet passend zijn gebleken”, vertelt Vreeburg. “We verwachten dat dit echt haalbaar is, en binnen de gestelde tijd. En hopelijk kan het daarna landelijk verder worden uitgerold.”