De Vrije Universiteit Amsterdam probeert door middel van de online Vriendschapscursus eenzaamheid bij ouderen tegen te gaan. De cursus leert mensen contacten te leggen en die te onderhouden. Het project maakt kans op de Medische Inspiratorprijs. Projectleider Tamara Bouwman vertelt waarom dit project van belang is.
“Drie á vier op de tien mensen voelt zich eenzaam. Het zijn mensen uit allerlei leeftijdscategorieën en de gevolgen zijn verregaand”, vertelt Bouwman. Studies tonen aan dat er verbanden zijn tussen eenzaamheid en zowel mentale als geestelijke problemen. “Denk aan depressie, maar ook fysieke gevolgen zoals hart-en vaatziekten, of zelfs vroegtijdig overlijden. Eenzaamheid sijpelt door in allerlei aspecten van het leven.”
De Online Vriendschapscursus zorgt ervoor dat mensen minder eenzaam zijn, meer vriendschappen aangaan en behouden en zich beter voelen over zichzelf, blijkt uit de resultaten. “De cursus was eerst een groepscursus. Een aantal jaar geleden hebben we het met de begeleiders tot een online versie omgebouwd. Zo kunnen we meer mensen bereiken, ook de groep die zich niet tot een groepscursus voelt aangetrokken.” Online is het bereik van de cursus groter, aldus Bouwman. Deze mensen doen de cursus geheel zelfstandig. Mensen die beide opties interessant vinden, kunnen de cursus blended te doen, zowel zelf online als in de groepsvorm.
Bij de start van het project is vooral ingezet op de doelgroep 50+-ers. Daarom werd er een banner plaatst op de website 50plusnet.nl. Starters waren gemiddeld 62 jaar oud. “Ook meldden zich mensen na over het project gelezen te hebben in kranten.” Interessant is ook de groep mensen die de cursus doet om te voorkomen dat ze eenzaam worden. “Dingen veranderen, de kinderen gaan de deur uit. Het kan geen kwaad om vaardigheden die je vroeger gebruikte, en die soms slijten, weer even op te frissen.” Zo kan de cursus ook preventief worden ingezet.
Opdrachten en oefeningen
De Vriendschapscursus duurt zes weken en bestaat uit lessen waarin zowel uitleg en voorbeelden van eenzaamheid worden gegeven en allerlei oefeningen en opdrachten worden aangeboden. De deelnemers houden een digitaal sociaal dagboek bij waarin ze opschrijven met wie ze contact gehad hebben die dag. De oefeningen stimuleren de deelnemer om naar buiten te gaan en contacten te leggen. Ook helpt het ze hun sterke punten te ontdekken en in te zetten.
“Er komen een aantal hoofdonderwerpen aan bod”, vertelt Bouwman. “Allereerst het netwerk verbeteren: meer contacten aangaan of huidige contacten verbeteren. Daarnaast ligt de focus op zelfwaardering. Als jij jezelf niet waardeert als persoon, dan is het moeilijk om met anderen contact te hebben.” Het draait ook om verwachtingen die je hebt van vrienden en vriendschap. “Als je verwacht dat iemand altijd bereikbaar is, wat is daar dan de reden voor? Ook gaat het over weten waar je zelf naar op zoek bent. Wat voor vriendschap wil je en kan je daarin ook grenzen aangeven?”
Er wordt veel uitleg gegeven over deze onderwerpen. Daarna wordt de deelnemer zelf aan de slag gezet met oefeningen. “Ze moeten bijvoorbeeld in het park een praatje maken met iemand. Juist die opdrachten, die simpel lijken, kunnen moeilijk zijn. Nieuw contact leggen is lastig voor ze. Dit soort opdrachten zijn als een stok achter de deur.”
Een andere opdracht is om contact op te nemen met iemand waarmee al langere tijd geen contact meer is. “Dat lijkt een kleine moeite, maar het kan veel tijd kosten om zoiets daadwerkelijk te doen. Dat herkent iedereen denk ik wel bij zichzelf.” Wie te lang wacht verliest mogelijk het contact volledig en dat is zonde. “Deelnemers hebben vaak wel zo’n persoon in hun leven. Ze waren vrienden, maar door verhuizingen of de komst van kinderen verwaterde het. Die contacten zijn niet weg. En met dank aan internet is het makkelijker geworden om iemand terug te vinden.”
In hun sociaal dagboek houden de deelnemer bij hoe de opdracht ging. Die terugkoppeling zorgt al voor een boost van het zelfvertrouwen, aldus Bouwman. “Als ze weten dat de oefening goed ging, dan voelen ze zich die dag beter over zichzelf en minder eenzaam.”
Bewustzijn toegenomen
De aandacht voor het eenzaamheidsvraagstuk is erg toegenomen is de laatste vijf tot tien jaar, ziet Bouwman. “Toen ik een aantal jaar geleden met het project begon vonden mensen om mij heen het goed dat ik met het onderwerp aan de slag ging. Nu staat het wekelijks in de krant en heeft de minister zelfs heeft actieplan om eenzaamheid tegen te gaan.”
Het aantal eenzame mensen neemt overigens niet toe. Het percentage is met 30 tot 40 procent in alle leeftijdsgroepen redelijk stabiel.
Medische Inspiratorprijs
Dit jaar is de online Vriendschapscursus genomineerd voor de Medische Inspiratorprijs, een aanmoedigingsprijs voor inspirerende samenwerkingsverbanden tussen patiëntenorganisaties en onderzoek(ers). Met de bijbehorende geldprijs moet het onderzoeksproject worden gefinancierd. Het geld is door het ministerie van VWS beschikbaar gesteld om onderzoek naar medische producten te stimuleren.
Mocht de Vriendschapscursus de Medische Inspiratorprijs winnen, dan is het doel om de cursus verder uit te breiden, vertelt Bouwman. “We willen bijvoorbeeld dat het dagboek beter beschikbaar blijft voor deelnemers zodat ze het kunnen teruglezen of eventueel oefeningen nog een keer kunnen doen.” Er wordt vooral ingezet op meer gebruiksvriendelijkheid. Momenteel kunnen deelnemers zelf bepalen in welke volgorde ze de lessen en oefeningen doen. “Dat willen we meer gaan stroomlijnen zodat er meer wordt voortgebouwd op voorgaande lessen. Nu zijn het meer losstaande elementen.”
Het is de bedoeling dat er in nauwe samenwerking met de doelgroep gekeken wordt wat er volgens hen beter kan, aldus Bouwman. Zo past het nog beter bij de behoefte van de doelgroep. “Er zijn overigens al flink wat aanpassingen gedaan de laatste jaren, deels nadat we de gebruikers vroegen om feedback. Oefeningen zijn herzien en uitgebreid, en er is meer oog voor niveauverschillen van deelnemers. Nu is er de mogelijkheid om rustig te starten, maar ook om meteen vol aan de slag te gaan.”
Toekomstplannen
In de toekomst ziet Bouwman verschillende versies van de cursus voor zich, voor een groep die al met pensioen is, maar ook voor jongeren. “De ideeën en principes gelden voor alle leeftijden, dus de aanpassingen zitten vooral in de aanspreekvorm, de voorbeelden die genoemd worden en de manier van aanbieden.”
Het voortbestaan van de cursus hangt echter af van subsidies. Het voortbestaan op lange termijn is dus van belang. “Als we een slag verder zijn met de ontwikkeling kunnen we verder kijken welke partij het standaard kan aanbieden.” Wat voor partij dat is, dat ligt nog open.
Daarbij is het belangrijk dat het aanbod van de cursus niet wordt uitbreidt, maar er vooral gerichter wordt omgaan met het bestaande aanbod, aldus Bouwman. “Niet nog meer interventies aanbieden, maar de huidige vorm gerichter inzetten. Iemand naar een buurthuis sturen voor koffie is te simpel. We moeten zoeken naar nog meer mogelijkheden tot het vinden van dieper contact, met de juiste tools, om de eenzaamheid echt tegen te gaan.”