Duurzame vakantie: 'Genoeg mooie plekken in Europa voor bewuste toerist'
Duurzame vakanties zijn geen nieuw fenomeen, maar toch duikt het onderwerp op in alle voorspellingen over vakantietrends voor dit jaar. Hoe merken we dit en hoe pak je zo’n vakantie aan?
Dat het klimaat en duurzaamheid een hoofdrol speelt in onze keuze voor een vakantiebestemming, dat is wat heftig geformuleerd. Nederlanders gingen in 2017 nog nooit zo vaak op vakantie naar het buitenland. In 2018 steeg dat aantal met 2 procent naar 22,2 miljoen vakanties naar het buitenland, aldus onderzoek van NBTC-NIPO (1). Met een totale besteding van 19,8 miljard euro, is er 2 procent meer aan vakanties besteedt dan in 2017. Maar er is wel meer animo voor reizen die klimaatvriendelijker zijn.
Dat ziet ook Saskia Griep van Better Places, een reisorganisatie die reizen aanbiedt die een positieve impact hebben wat betreft duurzaamheid en maatschappelijke betrokkenheid. “We groeien enorm de laatste jaren en mensen uit alle leeftijdscategorieën zijn ermee bezig.” Waar het onderwerp in de sector lange tijd lastig bespreekbaar was, is er zeker sinds deze zomer meer aandacht voor de negatieve effecten van klimaatveranderingen en vliegen, ziet Griep. “Kijk maar naar de weerstand die er is op uitbreiding van de vliegvelden Schiphol en Lelystad.” Ook de grote touroperators zijn er nu mee bezig, “mede omdat er meer vraag is naar vakanties waarin mensen iets goeds willen doen.”
Effecten op vakantiegenot
Er is sprake van een kantelpunt, aldus reistrendonderzoeker Tessa aan de Stegge. “De effecten van de vele vliegreizen beginnen nu ook het vakantiegenot te raken. Denk aan overtoerisme.” Er wordt op internationaal niveau immers ook meer gereisd, vooral richting de toeristische trekpleisters. “Nederlanders willen graag plekken voor zichzelf houden, willen voelen dat ze iets unieks hebben ontdekt. Inmiddels ben je niet meer alleen als je op de foto wil bij de Trevifontein”, zegt Aan de Stegge. Daarom gaan we vaker reizen naar plekken die nog onontdekt zijn.
Er is een groeiende aandacht voor de ecologische effecten van reizen, met name vliegen. “Dat weet iedereen wel, maar we hebben er tot nu toe weinig last van, aldus de reistrendonderzoeker. “Ik hoorde laatst iemand zeggen dat er een soort ‘vliegschaamte’ moet ontstaan om dit om te draaien. Zoals nu ontstaat bij vlees eten. Vlieg jij nog?” Als we zien dat we deel uitmaken van het probleem, zoals in het geval van al het plastic dat in de oceanen dobbert, dan doet dat wel iets met mensen, aldus Aan de Stegge. “Maar zoiets ontwikkelt zich langzaam.”
Ook Griep spreekt van een kantelpunt. “Er is steeds meer weerstand tegen grote aanbiedingsacties van vliegtuigmaatschappijen. En vergeet niet de klimaatafspraken die gemaakt zijn in Parijs. “Er moet fors geïnvesteerd worden in innovatie op het gebied van duurzaamheid.” Griep benadrukt ook dat de klimaatverandering zichtbaarder is geworden, wat soms ten koste gaat van het vakantiegenot. “Waar er vroeger één keer in de twee jaar een calamiteit was, denk aan overstromingen of orkanen, is dat nu drie keer per jaar het geval in soms populaire gebieden. Dat maakt wel indruk.”
Groter animo voor spoor
Lange tijd werd het klimaatprobleem in de reissector weggewoven met de opmerking ‘compenseer gewoon een beetje en dan komt het goed’, aldus Paul Peeters, lector Sustainable Transport and Tourism bij Breda University of Applied Sciences. “Meer partijen zien nu dat het probleem groter is dan een paar bomen planten.” Dat sommige Nederlanders dat probleem erkennen, is mogelijk te zien aan het groeiende aantal reizigers die voor het spoor kiezen. “Het internationale spoorvervoer heeft een enorme groei doorgemaakt, met percentages van 70 procent meer reizigers op het traject naar Berlijn. De Eurostar naar Londen vervoert 900 mensen en zit altijd vol, al rijdt deze nu maar twee keer per dag. Er gaan dagelijks 14 Thalyssen naar Parijs.” In Nederland ligt het aantal vakantiegangers dat jaarlijks vliegt op 30 procent, aldus Peeters. “Zo’n 17 procent gaat helemaal niet op reis, deels vanwege het geld en soms vanwege een gebrek aan interesse.”
Peeters wijst op de verschillen tussen de spoor- en luchtvaartsector. “Waar de spoorsector vooral kijkt naar efficiëntie, ligt de focus minder op de behoefte van de markt. In de luchtvaart is dit deels andersom. Zij letten uiteraard erg op de technische aspecten, maar door de manier van tickets verkopen, met vroegboek- of juist lastminute-acties bijvoorbeeld, zijn ze economisch gezien erg effectief en lopen ze voor op het spoor.” De spoororganisaties hebben met veel internationale partijen te maken waar ze mee samenwerken, benadrukt Peeters. “Dat maakt marketing veel moeilijker. Vliegtuigmaatschappijen kunnen zelf bepalen wat ze doen.”
Directe vlucht
Wie zelf ook nadenkt over een meer duurzame vakantie, kan inmiddels op meerdere plekken terecht. Op de site van Better Places kunnen reizigers inmiddels zien hoeveel co2-uitstoot hun reis veroorzaakt. “Van elke reis zit gemiddeld 80 procent van de uitstoot in de vlucht. Als je een directe vlucht boekt bij een maatschappij met moderne toestellen, kan dit al zo’n 50 procent uitstoot schelen”, aldus Griep. Zo is een van de tips om over na te denken het feit dat vliegreizen met een overstap over het algemeen voor meer uitstoot. zorgen “Wij gaan ons de komende jaren meer richten op transparantie en de verschillen in uitstoot”, aldus Griep.
De focus zal ook meer komen te liggen op reizen binnen Europa, denkt Griep. “Daar kunnen milieubewuste toeristen volop mooie gebieden vinden. Het vraagt daarnaast minder vliegtijd en kan soms zelfs met de trein. Maar het is wel een specifieke groep die voor zoiets te porren is.” Dat beaamt ook Peeters. “Ik zie de groep mensen die zo actief bezig is met duurzaamheid meer als een niche markt, al groeit de groep mensen die erover nadenkt. Als je kijkt naar de keuzecriteria voor een vakantie, dan staat het milieu ergens op plek tien en geld bovenaan. De grote groei van de afgelopen twee jaren komt niet zozeer door milieubewustzijn, maar ook omdat het gewoon leuk en efficiënt is om met de trein te reizen.”
Dat beaamt ook Aan de Stegge. “Frappant is dat mensen de duurzame keuzes wel willen maken, maar als het meer kost of ten koste gaat van het eigen genot, dan prevaleert ons eigenbelang.” Dat geldt voor de meerderheid. “Een kleine groep van zo’n 10 procent is intrinsiek duurzaam gemotiveerd.”
Meer transparantie
Er komt wel meer oog voor transparantie over duurzaamheid en uitstoot, denkt Peeters. “Waar je bij partijen als Better Places en SNP Natuurreizen je uitstoot kan inzien en vergelijken, zijn er inmiddels ook hotelketens die uitrekenen wat ze uitstoten.” Hotels kunnen heel makkelijk iets doen om te verduurzamen, bijvoorbeeld door zonnepanelen te plaatsen of waterbesparende douchekoppen op te hangen, aldus Griep. “Je bent haast een dief van je eigen portemonnee als je dat niet doet. De sector communiceert er alleen niet veel over.” Wel is er bijvoorbeeld de website Bookdifferent, waar mensen hotelinformatie kunnen inzien over de co2-uitstoot per kamer per nacht kan inzien, tipt Griep.
Die cijfers worden alleen niet door iedereen gedeeld omdat dit commercieel te gevoelig ligt, aldus Peeters. “Pas als iedereen die cijfers openbaart, krijgen we echt inzicht in de situatie.” Dit moet eigenlijk een vaste regel worden, vindt Peeters. “Biedt inzicht in de cijfers per bed of per overnachting. Hetzelfde geldt voor de luchtvaart. Zij geven ook geen informatie over hun brandstofgebruik, terwijl iedereen binnenkort aan een brandstofnorm moet voldoen en die cijfers dus wel bekend zijn.” Vanuit de milieubewegingen is er een groeiende vraag om deze transparantie, aldus Peeters.
Kleinschalige vakanties
Aan de Stegge ziet ook de opkomst van het persoonlijke reisadvies. “Iemand die jouw reis regelt naar jouw persoonlijke voorkeuren en die ontzorgt en expertise heeft. Mensen weten vaak ook niet wat ze voor vakantie willen.” Geïnteresseerden kunnen zich inmiddels volop laten informeren over duurzame reizen. Ook kleinschalig toerisme zal populairder worden. “Denk aan platforms waarop je direct in contact kan komen met locals die slaapplekken aanbieden, of een fietsverhuurbedrijf hebben.” Die ontwikkeling ziet ook Griep. “Er zijn steeds meer excursies die mensen in contact brengen met de lokale bevolking of reizigers iets laten bijdragen aan de levensomstandigheden in het gebied.”
Ook Peeters denkt dat de aanbieders van reizen met een verrassingsbestemming een rol kunnen gaan spelen in de markt voor duurzame vakanties. Daar kunnen ook mensen terecht die niet specifiek een vakantieland in gedachten hebben, maar zich wel bewust zijn van de nadelen van bijvoorbeeld de lange vluchten. “Met behulp van een uitstootmeter en informatie over groene bestemmingen, kunnen zij vakanties aanbieden die dichterbij en duurzamer zijn en tegelijkertijd interessante plekken zoeken waar massatoerisme niet aanwezig is.” Aan de Stegge denkt dat we weer meer op zoek zullen gaan naar advies over vakanties. “De reisbureaus zijn lange tijd overgeslagen en overbodig geacht. Maar inmiddels is er zo veel informatie te vinden, vooral online, daar komt wel een ommekeer in.”
Vakantie moet voor de meesten vooral leuk zijn, aldus Aan de Stegge. “We vinden dat we het verdienen om tot rust te komen, even uit te checken van ons drukke, normale leven.” Wie zo min mogelijk wil uitstoten kan uiteraard ook gewoon een trein-fietstocht in Frankrijk, de Alpen of Slovenië gaan doen, “waar het ook prachtig is”, benadrukt Peeters. “Maar voor een groot deel van de vakantiegangers geldt nog steeds: hoe verder, hoe beter.”