‘Recruiters bieden geen oplossingen die het onderwijs verder helpen’
Een recruiter haalde een junior-docent van hun school, om enkele uren later zelf nieuw personeel op de ontstane vacature aan te bieden tegen een fikse vergoeding. Daarom besloten Maria de Voogd, Alexander Volmer en Arjan Odijk, drie schoolleiders van het Ichthus Lyceum in Driehuis aan de bel te trekken. “Dit gaat te ver.”
Opeens diende de jonge eerstegraads leraar, die lesgaf in een tekortvak, zijn ontslag in. Hij vertrok naar een school een paar kilometer verderop voor een soortgelijk salaris. Een recruiter had hem via LinkedIn benaderd en gaf hem nog geen week de tijd om na te denken. De leraar was in eerste instantie helemaal niet van plan om weg te gaan, maar kondigde toch zijn vertrek aan. Vervolgens benaderde de recruiter de school met de mededeling dat hij vijf opties had ter vervanging, voor een flinke commissie.
Rector Alexander Volmer en schoolleider vwo Maria de Voogd maken zich zorgen. “De ontwikkeling van de school en onze medewerkers is in zo’n geval niet meer leidend. Wij gaan altijd graag in gesprek met onze docenten en ondersteunende medewerkers over ontwikkelingsmogelijkheden en ambities, zowel binnen de school als breder in het onderwijs”, aldus De Voogd. “Door deze interventie van de recruiter is daar geen kans voor geweest. De recruiter vroeg de docent of hij het naar zijn zin had en of er onvrede was. Hij kon niet weten of dat zo was, maar begon in de gedachten van de leraar te roeren. En vervolgens kwam hij met de vacature.” De Voogd, Odijk en Volmer willen docenten daarom waarschuwen: Let op met wie je praat. “Gaat het om iemand die geld wil verdienen of is het iemand met wie je al langer in gesprek bent over je ontwikkeling en die naast het schoolbelang ook jouw professionele belang op het oog heeft? Dat is nogal een andere benadering”, zegt De Voogd.
Allen benadrukken dat het ook heel goed kan zijn als een docent zijn vleugels uitslaat en op een andere school zijn ontwikkeling voortzet. Scholen kunnen elkaar daarin helpen. “Maar dan heb je het over weloverwogen keuzes en niet over het abrupt wegkapen van mensen waardoor ogenblikkelijk weer een nieuw probleem wordt gecreëerd”, aldus De Voogd.
Volmer voegt toe: “Waar het ons om gaat, is dat het onderwijs hier niet mee geholpen is. Je hebt als school mensen nodig die zich aan je binden en zich willen ontwikkelen binnen de school. Zo’n proces duurt jaren en daar snijdt zo’n recruiter dwars doorheen.” De commissiebedragen van de recruiter zijn heel hoog, benadrukt de rector. “Daar moet je als school veel dingen voor laten om alsnog goed onderwijs te kunnen bieden.” In perspectief, het maken van vijf transfers is bij elkaar het jaarsalaris van een docent. “Dat zijn enorme bedragen die zo uit het onderwijsproces gehaald worden. Het gaat ook nog eens om belastinggeld. Onze school werkt daar dan ook niet aan mee.” Een hoger salaris kan de school niet bieden, want daarin wordt de cao gevolgd. “Hoe kunnen we ons als onderwijsveld dan wapenen tegen dit soort recruitmentpraktijken? De hele situatie is erg onwenselijk”, aldus Volmer.
Hij benadrukt dat de timing ook erg ongunstig is. “Scholen gaan meestal in april al op zoek naar personeel voor het nieuwe jaar. Zo aan het eind van het schooljaar is het moeilijker om vacatures in te vullen en staan scholen onder druk. Het alternatief kan zijn, dat je ouders straks moet vertellen dat er geen docent is. De verleiding kan voor een school groot zijn om daar op in te gaan.”
Signaal afgeven
De drie willen vooral het signaal geven dat het lerarentekort voor dit soort vreemde, ongewenste praktijken zorgt. “Als we niet oppassen gaat hier straks meer geld naartoe dan naar dingen die het onderwijs verbeteren”, aldus Volmer. Er zijn in het voorjaar al eens Kamervragen gesteld over uitzendbureaus in het onderwijs, maar dat geeft niet het gewenste effect op korte termijn, vinden de schoolleiders. “Maar het moet niet lang meer duren, want dan verergert de marktwerking het probleem.”
De Voogd noemt het lerarentekort niet voor niets een probleem van de hele maatschappij. “Het geld moet aan leerlingen en leermiddelen worden besteed. Aan initiatieven voor meer maatwerk. Dat is arbeidsintensief en moet gezamenlijk worden opgebouwd. En daar heb je het vertrouwen van ouders en docenten bij nodig, evenals de hulp van het bedrijfsleven.” Volgens Volmer moeten we ons afvragen of het onderwijs alleen de verantwoordelijkheid is van de sector zelf, of dat er een breder maatschappelijk fundament nodig is. “Wie is onze gesprekspartner; Den Haag? Want wij zitten klaar om mee te denken en in actie te komen. Maar zonder je belangrijkste kapitaal, voldoende mensen in het onderwijs, wordt het lastig.”
Het tekort aan voldoende onderwijspersoneel vraagt veel energie van schoolleiders, benadrukt Volmer. “Het vinden van nieuwe mensen kost tijd en hen meenemen in onderwijsontwikkelingen ook.” De Voogd: “Ons werk is om onderwijsmensen vanuit hun passie en drijfveren een rol te geven in de ontwikkeling van de school en daarmee ook hun eigen ontwikkeling vorm te geven.” Daarom is het nodig dat bedrijven, politici, lerarenopleiders en vervolgopleidingen samenwerken. “Zij moeten meedenken over die toekomst, meehelpen om onze leerlingen in die richting te laten ontwikkelen”, aldus De Voogd. Maar, zeggen beiden, de oplossing komt niet als het probleem wordt aangevlogen zoals de afgelopen dertig jaar gebeurd is. “Het moet nu echt anders.”