Ehealth in forensische zorg: ter intensivering van het traject
Ook de forensische zorg werkt steeds vaker met ehealth, vooral ter ondersteuning van het bestaande (intensieve) traject. De doelgroep vraagt een andere benadering, vertelt Larissa Hoogsteder, hoofd behandelzaken Jeugd & Volwassenen bij De Waag, een forensische instelling die de zorg ambulant aanbiedt.
Hoogsteder ziet in blended care een geschikte manier om forensische zorg vorm te geven en indien nodig de intensiteit te kunnen waarborgen. “Maar dan nog is het minder zien van cliënten geen optie. Het gaat dan dus vooral om de intensivering van het traject.” Een jongvolwassene krijgt bijvoorbeeld de optie om drie keer per week langs te komen, of een keer minder af te spreken als hij of zij zich inspant voor het volgen van online modules. “Dan kan het een vorm van vervanging zijn, maar voor een kleine groep. Ze moeten het wel aankunnen en sommigen hebben daar te beperkte mogelijkheden voor.”
Mensen in de forensische zorg zijn in aanraking gekomen met de politie, of er is dreiging dat dit zal gaan gebeuren. Zo worden er mensen behandeld die agressieproblematiek hebben, of er is sprake van huiselijk geweld, kindermishandeling, of winkeldiefstal. Ook spelen soms andere vormen van vermogensdelicten (eventueel gecombineerd met agressie) en seksueel grensoverschrijdend gedrag. In Duitsland is besloten om een vergoeding voor ehealth in het leven te roepen voor mensen in de forensische zorg. In Nederland sturen zorgverzekeraars vooral aan op de inzet van ehealth.
Zorgprogramma opgezet
In 2013 begon De Waag met ehealth. Na een evaluatie is besloten om hiermee door te gaan, maar dan wel met een aanbieder die de mogelijkheid biedt om eigen content en programma’s te ontwikkelen en te gebruiken. Vanaf 2015 werd dit met Minddistrict vormgegeven, waarna de nieuwe opzet begin 2016 live ging. “We hebben een zorgprogramma ontwikkeld voor mensen met ernstige agressieproblemen en hebben gezorgd voor een passend aanbod via Minddistrict. Het gaat vooral om modules die gericht zijn op stressreductie, het verbeteren of verminderen van impulsiviteit, beheersingsvaardigheden en het werken met een veiligheidsplan (hier staat in wat is er nodig om de veiligheid van anderen te waarborgen).” Hoogsteder vindt dat de standaard modules van Minddistrict vaak onvoldoende aansluiten bij de cliënten van De Waag. “Voor onze cliënten zijn modules soms te talig. Er zijn zeker ook onderdelen die helpen, maar er is ook de wens om dingen beter passend te maken.”
In de forensische zorg wordt ehealth langzaam opgepakt, ziet Hoogsteder, mede door de financiële prikkel. “Zorgverzekeraars en justitie stellen ons vragen over ons ehealthaanbod. Justitie vindt nu vooral het gebruik van een app relevant, en dat past ook bij de doelgroep.” Het werkt alleen als het aanbod voldoende aansluit, benadrukt ze. “Maar soms lukt het gewoon echt niet. En veel van onze cliënten hebben geen smartphone of computer.”
Sommige cliënten kenden ehealth al vanuit andere behandelvormen. “De algemene ervaring is dat ze er niet mee aan de slag gaan als ze geen uitleg krijgen over hoe werkt het.” Ook met die hulp en uitleg van de behandelaar haakt een deel snel af. “We merken dat het goed werkt als de behandelaar tussendoor even vraagt of er al iets gedaan is. En vragen of iemand feedback wil, dat helpt ook.” Ook het kunnen teruglezen van de dagboeken wordt als iets positiefs gezien. Hoogsteder merkt daarnaast op dat een cliënt vaker enthousiast is over ehealth als de behandelaar dat ook is. “Er zijn ook altijd vragen over wat er met de opgeslagen data gebeurt. Veel mensen interpreteren het als data voor onderzoek, dus we moeten echt uitleggen dat we dat niet doen.”
Modules op maat
“Wij geven onze forensische zorg zo vorm dat er voldoende mogelijkheid blijft om maatwerk te bieden”, zegt Hoogsteder. “We blijven altijd kijken wat nodig en haalbaar is. Maar als een cliënt bijvoorbeeld een programma voor stressreductie doet, ga je ook uitproberen of dat via Minddistrict met modules kan worden ondersteund.” Dan worden een aantal oefeningen vooraf uitgelegd en kan de behandelaar online het verloop volgen. “Cliënten vinden Minddistrict vooral ook een fijne reminder. Er is altijd zicht op wat je allemaal gedaan hebt. Daardoor blijft het wat meer hangen.”
Volgende slag maken
Bij de Waag is het nu de bedoeling dat elke behandelaar aan minimaal drie cliënten ehealth aanbiedt. “We willen in 2019 een volgende slag maken en het standaard aanbieden bij de intake. Tenzij iemand er niet de middelen voor heeft.” Per zorglijn wordt dan een basisopzet klaargezet die een cliënt na de intake zou kunnen doen. Het gebruik zal zo verder worden uitgebreid. “Bij de ene cliënt gebruik je alleen de dagboeken, met anderen chat je vooral om continu contact te houden. Bij anderen werk je met diverse modules.” Er zijn ook behandelaren die vooral de filmfragmenten gebruiken om cliënten inzicht te geven.
Met het standaard aanbieden van ehealth bij de intake, moet het totale percentage gebruikers omhoog worden gebracht. “Als er een nieuwe behandelaar met ons gaat samenwerken, krijgen ook zij een training. Daarnaast zijn er op alle vestigingen superusers die alle vragen kunnen beantwoorden.” Ook blijft De Waag eigen content ontwikkelen en gebruiken. Zo is er nu een groepsprogramma voor winkeldievegges. Bij alle zorgprogramma’s zijn ook veiligheidsplannen toegevoegd, zodat cliënten kunnen nadenken over wat hen helpt om geen grensoverschrijdend gedrag meer te vertonen. “We zijn nu bezig om werkbladen in te bouwen voor cliënten die seksueel grensoverschrijdend gedrag vertonen. Dat kan een moeilijke groep zijn om online te behandelen, maar we willen ze juist leren hoe het wel moet. En zij hebben er ook veel baat bij.”
Volgend jaar wordt er gestreefd naar 1.000 cliënten die met ehealth werken, zo’n 15 procent van het totaal aan behandelde cliënten. “We hebben er nog niet helemaal zicht op of dat lukt, maar we gaan goed die kant op. En we willen dit aantal voorlopig wel toe laten nemen, elk jaar substantieel.”