Meike Bergwerff

View Original

Ehealth bij de Opvoedpoli: "De laagdrempeligheid helpt."

Toen Gerald van Rijsewijk, hoofdbehandelaar en psycholoog bij De Opvoedpoli, zich meer ging verdiepen in ehealth, zag hij kansen voor de organisatie. Inmiddels zijn ruim zestig behandelaren actief met online modules. Hoe krijg je een organisatie mee in een gewenste verandering?

Begin 2016 besloot Van Rijsewijk naar een congres over ehealth te gaan. Hij had erover gelezen en werd nieuwsgierig. “Ik wilde zien wat het was, wat het inhield en wat de mogelijkheden waren.” Na afloop was hij enthousiast, waarop hij besloot met de directie te bespreken wat de Opvoedpoli met ehealth zou kunnen doen. “Mijn insteek was: Minddistrict heeft een platform, waarom zouden wij daar niet mee experimenteren? Ik wilde aan de slag. De directrice voelde er wel wat voor.”

Van Rijsewijk wilde het praktisch houden en niet te groot beginnen. “We wilden ons richten op de behandelingen en ondersteuning daarvan.” Er werd een succesvolle pilot opgezet, waarna de Opvoedpoli besloot de beveiligde berichtenfunctie van Minddistrict te gebruiken, waarmee behandelaar en cliënt kunnen chatten. Daarnaast gebruikten ze vragenlijsten en specifieke online modules. “Blended care noemden we dat, de combinatie van face-to-face en online. We hebben enkele behandelaccounts aangemaakt en kozen modules die zich richtten op de doelgroep van de Opvoedpoli: jongeren, kinderen en ouders.”

Behandelaccounts
Ze spraken af om in november 2016 met de pilot te beginnen en een tussenevaluatie te houden in het voorjaar. Dertien verschillende behandelaars hadden tegen die tijd voor zo’n dertig cliënten gebruik gemaakt van de behandelaccounts. De evaluatie van de behandelaren liet zien dat de modules als een goede aanvulling op de behandeling werden gezien. “Er kwam vooral naar voren dat er frequenter contact was, dat de online dagboeken zorgden voor een beter monitoring en dat er sneller kon worden ingespeeld op dingen die spelen bij de cliënt.” Daarnaast werd de cliënt volgens hen meer geactiveerd in de behandeling.

De cliënten die meededen aan de pilot vonden het gemakkelijker om online gevoelens en gedachten te uiten en vonden de online tools een goede aanvulling. De drempel om er thuis mee te oefenen lag lager. “Daardoor besloten we ermee door te gaan en zijn we met Minddistrict in gesprek gegaan over de volgende stappen”, aldus Van Rijsewijk.

Kartrekkers
Er wordt nog steeds gewerkt met de modules die toen door De Opvoedpoli zijn uitgekozen. “We hebben binnen de organisatie enkele kartrekkers uitgekozen die ervoor moeten zorgen dat de modules bij iedereen bekend zijn en gebruikt worden.” Momenteel zijn er 50 tot 60 behandelaren actief met de modules.

Een van de dingen die Van Rijsewijk heeft geleerd is dat het een proces van de lange adem is. Behandelaren moeten vertrouwde routines en werkwijzes loslaten, out of the box denken, aldus Van Rijsewijk. “Het project kan makkelijk doodbloeden. Er moet iemand zijn die alles coördineert en daar ook uren voor heeft. Binnen onze instanties hebben de kartrekkers een verantwoordelijkheid om het product levendig houden.”

Weerstand
Van Rijsewijk is overtuigd van de toegevoegde waarde van ehealth. “Ik zie het als een belangrijke aanvulling. Niet alleen als je naar de huidige moderne tijd kijkt waarin niet alles meer face-to-face is. Ook de psychologie ontwikkelt zich enorm. Daardoor ga je nadenken over hoe je dingen aanbiedt. Sommige van deze modules zorgen voor een andere vorm van psychologie. Dat vind ik juist waardevol.”

Hij is ervan overtuigd dat ehealth uiteindelijk meer gaat leven. “Bij nieuwe behandeltechnieken wordt er eerst lacherig gedaan, maar onderzoek toont aan dat online behandeling en met je eigen proces bezig zijn, heel waardevol is voor het behandelresultaat. Dat is voor mij ook duidelijk.” Psychologie is trainen, dus ook zelf oefeningen blijven doen, vindt hij. “Psychologen kunnen hun cliënten met ehealth minder afhankelijk van hulpverlening maken. De laagdrempeligheid helpt daarbij. Men wil dat jij het probleem voor ze oplost, maar dat moeten ze zelf doen. Ik reik alleen tools aan.” Zijn tip voor organisaties of behandelaren die ehealth overwegen is dan ook: ga het doen. “Er is voldoende gepubliceerd over hoe zinvol ehealth kan zijn. De vraag is dus niet: wil ik het? Maar: wanneer begin ik ermee?”

Het stuk is ook online te lezen op de site van Minddistrict.